Buenos Aires – Oost Patagonië : De man met de spiegel

11 september 2016 - Puerto Madryn, Argentinië

Een week nadat Frank naar huis was gegaan zou mijn vader aankomen in Buenos Aires. Waarschijnlijk met een bordje met zijn naam erop, omdat het maar de vraag was of we elkaar na anderhalf jaar nog zouden herkennen. Ik had een week de tijd om de tattoos van mijn lijf te schrobben, mijn baard te scheren en mijn dreadlocks te laten knippen. Nadat dit was gebeurd had ik nog wat tijd om Uruguay te bezoeken.

Na mijn metamorfose ging ik met de boot van Buenos Aires naar Colonia in Uruguay. Een oversteek van een uur plus een paar minuten om twee stempels op te halen bij de douane. Het meest bijzondere aan Colonia was dat ik de vogels er hoorde fluiten. Niet dat dat nu zo bijzonder is, maar ik realiseerde me daardoor dat de afgelopen twee weken het getoeter van auto’s en het eindeloze gepraat van de Argentijnen mijn gehoorgangen hadden versperd.

Ik nam de bus naar Montevideo en was benieuwd naar de levensstijl in deze stad, want Montevideo kent veel overeenkomsten met Amsterdam. De steden hebben evenveel inwoners, een beroemd en oud stadscentrum, een wet die wiet legaliseert en grasvelden waar 22 volwassenen achter een bal aan rennen. Ik ben pas drie keer in Amsterdam geweest, dus via Montevideo hoopte ik de hoofdstad van mijn land te leren kennen. Gek genoeg was de gevoelstemperatuur in Montevideo tien graden lager dan in het zuidelijk gelegen Buenos Aires. Als het principe dat het warmer wordt als je verder van de evenaar afraakt ook in Amsterdam opgaat, dan begin ik morgen een bedrijf dat vakantiegangers met onderzeeërs van Amsterdam naar Reykjavik brengt.

Ik verbleef in Montevideo in een hostel met vijf eigenaren en twee klanten. Ik heb een tijdje economie gestudeerd en na het afstuderen werd me pas duidelijk wat het verschil tussen winst en omzet is, maar ik zie niet hoe vijf eigenaren genoeg winst kunnen maken aan 2 x 10 euro per dag. Zelfs niet als winst en omzet hetzelfde zijn. Net toen ik bijna had berekend of ze met drie klanten per dag de winter door zouden komen werd ik meegenomen naar een wietexpositie. Ik fantaseerde over een markt met kraampjes die allemaal een andere wietsoort hadden, waarbij je je eigen wietcocktail kon maken en daarna naar een kamer gebracht werd waar je tot in de vroege ochtend kon hallucineren. Dat had ik me iets te rooskleurig voorgesteld. De wietexpositie vond plaats in een verwaarloosd pand waarbij je eerst vijf kale, donkere kamers door moest lopen voordat je bij de achterplaats uitkwam. Hier stonden ongeveer zeventig man heen en weer te deinen op de muziek van een eenmansband. In een hoekje op een tafel van 2 bij 1 stonden een paar wietplantjes, waar ze heel handig in het Latijn de exacte naam van de plant bij vermeldden. Ik hield mijn lippen gesloten, voordat er een plant in mijn mond gestopt werd, en liep stoïcijns over de achterplaats, deinde een paar keer heen en weer om te voelen wat daar nu zo lekker aan was en wist daarna snel weer de uitgang van het doolhof te vinden.

Ik vond Montevideo wel een hele ontspannen stad. De rambla, een wandelpad langs de kust dat vaak vol staat met winkels die tierelantijntjes verkopen, zit vol met mensen die thee drinken, op de pier zit de bingoclub de hele middag te wachten tot er een vis aan hun hengel hangt en de jongere mannen werken zich in het zweet op het voetbalveld, zowel binnen als buiten de lijnen. Ondanks dat in veel straten om de vijf meter een bankje staat moet men in de rij staan om een zitplaats te bemachtigen, waarna je die de komende twee uur niet meer afstaat. Op dat zitbankje ga je zo wijd mogelijk zitten, zodat je zoveel mogelijk zon vangt en praat daarbij over dingen waarbij je niet na hoeft te denken. Zolang er maar geluid uit je keel komt. Je komt in Montevideo ook door de sollicitatieprocedure heen als je langer dan dertig minuten aaneengesloten kunt praten.

Na mijn bezoek aan Montevideo was ik in ieder geval uitgerust voor mijn reis met mijn vader. In ons dagelijks leven spreken mijn vader en ik elkaar niet veel en het gebeurd zelden dat we samen iets doen. We leven langs elkaar heen en er zijn daarom veel dingen die we niet van elkaar weten. Dat zie ik graag anders en daarom vroeg ik mijn vader een halfjaar terug om samen door Zuid-Amerika te reizen met een motorbike. Hij zei onmiddellijk ja en sindsdien kijk ik erg uit naar onze reis, omdat het onze verstandhouding een enorme boost kan geven. Voorafgaand hadden we alleen gesproken over de bestemming; Patagonië. Het volgende bericht dat ik kreeg was een printscreen van zijn vliegticket en na hem over de telefoon gesproken te hebben was het volgende contactmoment een knuffel op het vliegveld.

De eerste twee dagen in Buenos Aires deden we een wandeltour door de stad, maar waren we te eigenwijs om de gids langer dan twintig minuten te volgen. Vervolgens bezochten we een museum, maar stond mijn vader al te trappelen om naar een restaurant te gaan toen ik nog bij het eerste schilderij stond. Na een paar drankjes gingen we ’s avonds naar een tangovoorstelling waar we na een paar rondes al lagen te knikkebollen. Slaperig verlieten we de show en vergaten onze tas mee te nemen, zodat we de volgende dag nog meer tango konden zien.

De grote stad had weinig in petto voor ons, dus bezochten we een aantal dorpen nabij Buenos Aires met een lokale melkbus, ook wel ‘’lechero’’ genoemd. Gezinnen, schoolkinderen en marktlui met hun kraam stappen voortdurend in en uit. Bij elke stop was het weer een verrassing of er krijsende baby’s, wandelende rugtassen of kroppen sla naar binnen kwamen. Terwijl de tomaten aan de achterkant de bus uitrolden stond er aan de voorkant alweer een piano klaar om het gangpad te blokkeren. Zo’n busrit wordt nooit saai en daarom wilden we beiden graag met deze bus naar Patagonië. Helaas werden we er twee uur later en twintig kilometer verder al uitgezet.

In onze eerste week samen kwam ik erachter dat we heel veel overeenkomsten hebben. We zitten graag 3x per dag op het terras, plannen zo min mogelijk en hebben het liefst geen toeristen om ons heen. We stoten regelmatig ons hoofd, struikelen over stoepranden en weten na vijf keer in dezelfde straat gelopen te hebben nog steeds niet waar we zijn. Ik probeer dit op te lossen met Google Maps, mijn vader denkt Google te slim af te zijn door naar de stand van de zon te kijken. Dit noem ik een generatiekloof. Ook praat mijn vader Frans in een Spaanstalig land, eet hij de hele dag brood en als ze dat niet hebben is het een klotewinkel, stapt willekeurig bussen in waar hij geen kaartje voor heeft, loop in een Minion trui over straat en koopt een boek waarvan hij de letters niet kan lezen. Na een lange dag ploft hij in het bed neer van iemand anders en in een luxe restaurant valt hij van zijn stoel waarbij hij in zijn val twee tafels, tien wijnglazen en zijn koffie meeneemt. Het hele restaurant veert op, maar mijn vader staat rustig op zegt laconiek; ‘’Ach, dit is niet de eerste keer dat dit gebeurd.’’ Zijn gekke fratsen maken me aan het lachen en eigenlijk vind ik die eigenheid wel mooi.

Ook vertelt mijn vader over de pijnpunten in zijn jeugd, zijn passie en de zorgen die hij over mij had. Van een gedreven, gedisciplineerde jongen op de basisschool werd ik naarmate ik ouder werd steeds lakser en verschoof ik mijn prioriteiten naar uitgaan en werken. Mijn vader zag hoe ik mijn studie liet versloffen en moest machteloos toekijken hoe ik van VWO naar HAVO ging, mijn universiteitsopleiding niet haalde en bijna van de tennisopleiding gezet werd. Mijn vader kon geen begrip opbrengen voor de keuzes die ik maakte. Ik sloot me af voor mijn omgeving en heb een lange tijd geen hechte band met mijn vader gehad. Daarom vind ik het nu zo fijn dat we open zijn naar elkaar en dat een week samen de littekens snel doet verdwijnen. Ik herken veel van mijn vader in mezelf, probeer wat met zijn doordachte advies te doen en zie in mijn vader een spiegel met een wijze, mooie versie van mijn toekomstige zelf.

Een 14-uur durende treinreis bracht ons van Buenos Aires naar Bahia Blanca. Na een nacht rechtovereind te hebben gezeten in een harde stoel voelde mijn vader zich in een nacht tien jaar ouder geworden. Een kop koffie maakte hem gelukkig weer twintig jaar jonger, waardoor we de haven van Bahia Blanca konden bezoeken. We werden een aantal keer de verkeerde kant opgestuurd en stapten een verkeerde bus in, maar na wat omzwervingen bereikten we dan toch de haven. Het bleek een haven met slechts een schip en vogels die uit saaiheid uit de bomen vallen, niet erg indrukwekkend. Soms is de reis naar je bestemming spannender dan de bestemming zelf, dat ging in dit geval wel op.

Nabij Bahia Blanca ligt het bergdorp Sierra de la Ventana dat we per fiets verkenden. Met de bus hadden we al uren door het platteland gereden, wat eruit ziet als een droge vlakte zonder begroeiing met hier en daar een koe, schaap, verdroogde struik of boom zonder bladeren. Het verschil met fietsen is dat je per fiets de heuvels wel voelt in je benen, je koeien de stuipen op het lijf jaagt en af kunt stappen om mais te plukken. Je bent vogelvrij, maar moet wel hard werken om te komen waar je wilt.

Na de fietstocht liepen we naar de golfclub waar we al snel met een club en een mand met golfballen op de range stonden. Van de man die naast ons stond kopieerden we de swing, grip en stand van het lichaam, zodat de parkbeheerder het idee had dat wij de Messi’s van het golfen waren en hij zich geen zorgen hoefde te maken over de drive range. Nadat de man naast ons zijn bal 150 meter ver sloeg, vlogen er twee pollen door de lucht en keken er twee mensen verbouwereerd naar hun balletje dat nog op dezelfde plek lag. Na vijf minuten was de mand van de man leeg en deden wij onze 86ste warming-up swing voordat mijn vader voor het eerst de bal raakte. Het gras onder mijn voeten veranderde snel in aarde en mijn balletjes leken gevuld met lood. Pas bij de laatste bal kreeg ik iets van hoogte in de bal, terwijl mijn vader de ene na de andere voltreffer maakte. Voordeel is wel dat ik het land vast heb omgeploegd voor de nieuwe graspollen die over vijf jaar geplant worden. Mijn vader was zo blij met zijn prestatie dat hij een ronde liep over het hele parcours en vastbesloten was elke hole te vinden. In zijn koptelefoon klonk urenlang een daverend applaus voor het Nederlands Elftal dat zich na 32 jaar weer weet te plaatsen voor het EK en zonder zijn bril zijn bomen en mensen hetzelfde voor mijn vader. Zwaaiend, kusjes gevend en springend ging hij over de golfbaan tot hij na twee uur gebeld werd  door een ongeruste zoon die hem vertelde dat zijn bus terug naar de realiteit over tien minuten vertrekt.

Patagonië begon voor ons in Puerto Madryn, de verblijfplaats voor mensen die een scala van dieren willen zien in het nabijgelegen Peninsula Valdes. Met een gehuurde auto en Daniela, een vrouw uit het hostel die met ons mee durfde te gaan, gingen we op zoek naar walvissen, zeeleeuwen en zeeolifanten. Op het strand van Puerto Madryn zag ik tot blijdschap de eerste walvis in mijn leven.  Dit bleek pas het begin van onze walvissenjacht. Op elke uitkijkplek langs de kustroute zwom er een groep walvissen en was ik bewonderd door de grootte en speelsheid van de walvis. We daalden af naar het strand tot ik op 15 meter van een paar walvissen stond. De afstand tussen en mij en de walvis was even groot als de walvis zelf. Ze trokken zich niets aan van mijn aanwezigheid, speelden met elkaar en liet mij hun hele lichaam zien. De tijd stond even stil en mijn hele wereld draaide om de walvissen voor mijn neus, wat een mooie dieren!

Inmiddels ben ik erachter gekomen dat Argentijnen vrij lui zijn. Buiten de steden is er geen winkel voor 9 uur open, tussen de middag houdt men siësta en er wordt twee uur uitgetrokken om te lunchen. Tel daarbij op de eindeloze gesprekken die nergens toe leiden plus een laag werktempo en je kunt concluderen dat de Argentijnen niet erg productief zijn. De walvissen, zeeleeuwen en zeeolifanten bezoeken in een dag is dan ook niet mogelijk voor Argentijnen.

Wij hadden er een Nederlands tempo inzitten en waren rond het middaguur al onderweg naar de zeeleeuwen. Daniela had nog nooit zo’n actieve ochtend gehad.  Een 80km lange hobbelweg leidde ons naar de verblijfplaats van een groep van honderd zeeleeuwen. De meeste lagen te slapen, maar een aantal waren aan het spelen. Het spelletje ‘’als ik je sla, moet je doen alsof je dood bent’’ was populair en ook het spel ‘’jij mag niet op mijn rots komen’’ werd veel gespeeld. Ik volgde het schouwspel met plezier. Ze zouden een spotlight boven de ligplaats van de zeeleeuwen moeten plaatsen die automatisch de actieve zeeleeuwen volgt, daarbij een tribune maken met een goed uitzicht op de rots en een openlucht theater kan geopend worden.

We waren een maand te vroeg om pinguïns te zien, gelukkig hadden de zeeolifanten al wel hun stekje op het strand ingenomen. Met een vetpercentage van 80% hebben ze de grootste moeite om uit het water te komen en ploffen daarom een paar meter van het water neer. Wij zagen zeven grote worsten op het strand liggen, met minimaal tien meter tussenruimte, die allemaal voor dood opgeschreven konden worden. Ik had het idee dat zeeolifanten luie en saaie dieren waren, tot ik het volgende las: "Een mannetjeszeeolifant kan een harem hebben van 130 vrouwtjes en heeft een maand om ze te bevruchten". Laten wij nu net tijdens de paringstijd langskomen. Nu begrijp ik waarom ze afgepeigerd op het strand lagen. Ze hadden al wekenlang vijf keer per dag seks, zeker als je zo dik bent wordt dat op een gegeven moment toch afzien. Ik doe het ze niet na en zou een paar vrouwtjes afstaan aan die 129 sneue mannetjes die al jaren droog staan, terwijl de leider vijf keer per dag voor goud gaat.

De komende drie weken reis ik met mijn vader via de bekende route 40 naar Santiago de Chili. Onderweg hebben we een paar bijzonder mooie plaatsen bezocht, heeft mijn vader voor het eerst met crampons gelopen en heb ik geleerd Argentijnse thee maken. Benieuwd naar het volgende verhaal? Blijf mijn blog dan volgen.

Foto’s

5 Reacties

  1. Annemieke Dunnewoldw:
    11 september 2016
    Wat een geweldig verhaal weer Job. Heb het met een big smile zitten lezen. zag het helemaal voor me! Kijk nu al uit naar je volgende blog. Doe je pa de groeten!
  2. Radbout:
    11 september 2016
    Geweldig verhaal weer!!!
  3. Ruud:
    11 september 2016
    Gaaf verhaal en hoe herkenbaar de verhalen over je pa.....................ik hoor je oma nog roepen. ........Wouter!!!!!!! Hahaha
    Have you two
  4. Tineke Segeth:
    11 september 2016
    Wat een leuk maar vooral lief verhaal!
    Dit is een tijd dat je je leven bij blijft, Job. Koester het.
    Veel plezier samen verder.
  5. Inge & Huug.:
    12 september 2016
    Hallo Job, je hebt inmiddels zelf ondervonden dat je nergens beter de mensen leert kenner dan door samen te reizen. Daarom is dit ook een goed idee om opnieuw kennis te maken met je vader en een goede band op te bouwen. Samen hebben jullie ook al weer veel kunnen genieten van de schitterende natuur op jullie reis.
    Groetjes, natuurlijk ook aan Wouter,
    Inge en Huug.